‘Hardlopen doe je met je benen’

Hardlopen doe je met je benen. Die benen moeten echter wel worden aangestuurd door je brein. Het brein is gigantisch bepalend voor de prestatie die je levert. Geef je toe aan je vermoeidheid? Of besluit je ondanks de verzuring in de benen toch nog een stapje bij te zetten om de loper voor je, vlak voor de finish in te halen? Iemands ‘mindset’ bepaalt de keuze die hierbij wordt gemaakt. In dit blog bespreek ik een aantal aspecten, waarbij de rol van het brein naar voren komt voor het behalen van een goede hardloopprestatie.

Bijgeloof

Veel sporters kennen rituelen voor een wedstrijd. Tachtig procent van de topsporters geeft aan regelmatig bijgelovig gedrag te vertonen. De ene sporter strikt steevast eerst zijn linker veter, waarna hij de rechter strikt. De ander draagt ‘geluksondergoed’ of luistert bepaalde muziek voor de wedstrijd. Hiervan afwijken voelt slecht en brengt gevoelsmatig ongeluk. Het is een manier om met de spanning van een wedstrijd om te gaan. Op zich niets mis mee, aangezien een positief effect op de prestatie zeker niet is uitgesloten. Een groot deel van dit positieve effect kan worden toegeschreven aan het placebo-effect. Een belangrijke voorwaarde bij een ritueel of een andere vorm van bijgeloof is dat de sporter hierbij niet afhankelijk is van anderen. Dit is namelijk een factor die je als sporter niet altijd in de hand hebt, waardoor het ritueel mogelijk niet uitgevoerd kan worden op het ‘moment suprême’. In deze gevallen zal het bijgeloof de sporter geen profijt, maar enkel onrust opleveren.

Placebo

Iedereen kent het woord placebo. Maar wat is dit nu eigenlijk? In principe zijn placebo’s pillen, poeders of bijvoorbeeld behandelingen, waarvan verwacht wordt dat ze geen effect hebben op prestaties. Ze kunnen niet werken, maar toch is er sprake van een aantoonbaar effect. Één van de redenen dat er toch een effect optreedt kan zijn dat de sporter toch in het middel of het mechanisme gelooft. Het placebo-effect zit dus niet in de spieren of longen, maar ‘tussen de oren’. Specifieke mechanismen in het brein worden namelijk geactiveerd, zoals de aanmaak van dopamine en andere stoffen, die invloed hebben op de waarneming van pijn en vermoeidheid. Zo hebben Leidse onderzoekers ontdekt dat wielrenners die een placebo kregen toegediend, vergelijkbaar presteerden als wielrenners die EPO kregen toegediend.

Visualiseren

Op het moment dat je een tijdje niet traint, bijvoorbeeld vanwege ziekte of een blessure, nemen het inspanningsvermogen van het lichaam en de daarbij behorende sportprestaties af. Een methode om dit proces tegen te gaan, zonder je daadwerkelijk lichamelijk in te spannen, is visualiseren. Dit wordt ook wel MI (Motor Imaginary) genoemd. Hierbij visualiseer je repeterende bewegingen in je hoofd, zonder je lichaam hierbij te bewegen. Onderzoek heeft uitgewezen dat deze manier van ‘trainen’ de motoriek en sportprestaties kan verbeteren, zowel op de korte als op de lange termijn. Vermoedelijk zijn deze effecten het gevolg van neurale veranderingen in sensorische en motorische gebieden van het brein. Want ondanks dat je hardloopt met je benen, moeten deze wel worden aangestuurd door je brein.

Self-talk

Mensen praten vaak tegen zichzelf, zo ook tijdens het sporten. Bijvoorbeeld, ‘Kom op, ik hoef nog maar twee kilometer!’ of ‘Het gaat lekker!’. Dit zijn voorbeelden van motiverende self-talk. Daarnaast heb je ook nog instruerende self-talk, zoals ‘Blijf je linker voet goed afwikkelen’ of ‘Probeer niet te dicht langs de kant te lopen’. Het praten tegen onszelf blijkt effectief te zijn. In de wereld van de sportpsychologie is self-talk al jaren een onderwerp van gesprek. Vanaf de jaren tachtig wordt er al onderzoek gedaan naar de effectiviteit hiervan.  Zo kan self-talk bijdragen aan het vergroten van je focus, je zelfvertrouwen en bij het beheersen van je gedachten en emoties.

Zet de volgende keer als je gaat rennen dus niet zomaar ‘je verstand op nul’, maar probeer je brein tactisch in te zetten voor een optimale loopprestatie!

Ter onderbouwing van deze blog zijn de volgende bronnen gebruikt: Superstitious behavior in sport: A literature review (Zsuzsanna Dömötör et al.), Sportgericht nr. 4 2017: Placebo’s in de sport, Ain’t Just Imagination! Effects of Motor Imagery Training on Strength and Power Performance of Athletes during Detraining (Antonio Dello Iacono et al.), Self-Talk and Sports Performance: A Meta-Analysis (Antonis Hatzigeorgiadis et al.)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *